Deel 32: Werken voor SABIC in Riyadh/Saudi Arabia
Door: Sjraar van Heijster
Blijf op de hoogte en volg Sjraar
16 November 2013 | Saudi Arabië, Riyad
Thema van de week: In en uit comfortzones
Graag wil ik jullie meenemen op mijn reisje naar de “Farasan Islands”; maar eerst nog even een reactie op ”Aflevering 31” en met name over het zinnetje ”……………….. om te voldoen aan de nieuwsgierigheid, of beter gezegd meelevendheid of is het toch de druk, van de “harde dameskern”. De letters staan koud op de blog of de eerste reacties komen al binnen!
“Niets van druk gemerkt” (dat zal wel); “Je voldoet aan onze verwachtingen” (zo zo!); “Je stopt er toch niet mee” (kan kloppen); “We zien weer uit naar de volgende blog” (da’s mooi) en “………… opluchting dat wij je koppijn kunnen bezorgen”. Ook dat nog!
Kennelijk is er een gevoelige snaar geraakt. Soms lees ik een mail met wat meer inlevingsvermogen; “schrijf maar als je zin hebt”. Gelukkig, heb ik na ruim 14 dagen weer een beetje zin en wat stof om een verhaal op papier te zetten. Nu niet op deze inleiding reageren dames (schrijfsters weten wie ik bedoel); het is echt een dolletje!
Afgelopen weekend dus naar de “Farasan Islands” gereisd; een archipel van 84 koraaleilanden welke vrijwel allemaal onbewoond zijn; op ruim 1300 kilometer ten zuidwesten van Riyadh; in de Rode zee; vijftig kilometer uit de kust; niet ver van de Jemenitische grens en op zo’n 150 à 200 kilometer van Ethiopië en Soedan.
We, Ed en ik, reizen met een gezelschap dat bestaat uit twintig personen en normaal houd ik niet zo van reisgezelschappen, maar dit is bijzonder; vanwege het feit dat er 10 Saudische dames meereizen die, met uitzondering van een dame, allen zonder mannelijke begeleiding op pad zijn. Bovendien is het een multi culti groepje met Canadees; Duits; Engels; Japans; Nederlands; Russisch en natuurlijk Saudisch bloed
Op het vliegveld maak ik kennis met “Ryushiro”, de Japanse heer in het gezelschap en werkzaam voor het “Higher Institute for Plastics Fabrication”, een school welke operators opleidt. Plotseling blijkt weer hoe klein de wereld is, want eind jaren 70 was hij betrokken bij de opstart van een co-polymeren fabriek van “DSM”. Hij werkte destijds met “Harrie Daalmans”, een collega die nu nog bij SABIC werkzaam is, en verhaalt over “Biek”; “Gelien”; “Valkenboerg”; schaterlachend over “Het Drielandenpoent”; en ook “Elsloo” weet hij zich nog te herinneren. Inmiddels is hij 69; zeer fit; al vijf jaar in het Kingdom en van plan om nog twee jaar te blijven.
Verloopt het contact met de een natuurlijk; anders is het met de Arabische dames. Dat is “out of the comfortzone” omdat “vreemde” mannen en vrouwen in dit land, zeker in afwezigheid van de echtgenoot, niet met elkaar spreken. Vanaf het begin zoek ik naar mijn houding; wik en weeg hoe contact te leggen; wat kan wel en wat niet; wat zeg je wel en wat niet; wat vraag je wel en wat niet en hoewel ze niet zwaar gesluierd zijn, is toch steeds de vraag “Who is Who?”
Het feit dat ze zonder echtgenoot op stap zijn, is voor Saudische begrippen bijzonder want dames gaan nooit zonder “mannelijke bescherming” op pad; de oorsprong hiervan ligt in het feit dat men vrouwen niet alleen de woestijn liet ingaan en wilde be- c.q. afschermen van andere tribes. Het maakt ook duidelijk dat ze niet de gemiddelde “Saudia” representeren; “shake hands” is geen probleem en als ze in de loop van het weekend vertellen dat ze hebben gestudeerd; werkzaam zijn bij ‘n bank; ‘n taleninstituut en welzijnsorganisaties, wordt het beeld bevestigd.
Maar eerst is daar nog de rit in een busje met 7 Arabische dames, van het vliegveld in Jizan naar het plaatselijke hotel. De dames hebben druk overleg met elkaar en zonder twijfel veel plezier. Zonder echtgenoot op stap moet hier helemaal iets aparts zijn; zo te zien en te horen heeft het geen invloed op hun comfortzone. We bekijken het gebeuren vooral en om eerlijk te zijn; heel veel energie om het gesprek te beïnvloeden, of misschien wordt het wel verstoren, heb ik ook niet; ben blij als we rond 0.00 uur in het hotel arriveren en verlang naar een bed.
Na enig zoeken vinden we ons onderkomen; op de begane grond; pal achter de receptie; met een groot aanrecht; klein slaapkamertje; twee bedden; geen raam; dus beperkte ventilatie. Duidelijk een low budget hotel en voor een paar uurtjes hoeft dat geen probleem te zijn, maar als om middernacht de gangen worden gepoetst met een waterzuiger, is ook een low budget hotel veel te duur. ”Sorry Sir, only five minutes”. Natuurlijk duurt het veel langer; al is het maar omdat je wilt slapen. De toerist beïnvloedt hier nog niet sterk het gedrag van het personeel.
De volgende ochtend is het vroeg dag, want we varen om 7.00 uur met de ferry naar “Farasan”; het grootste eiland. Het vervoer is gratis en Saudi’s vinden dat heel normaal. Bij het “boarden” is er redelijk streng toezicht; niet alleen op papieren maar ook op kleding; velen dragen hier namelijk niet de traditionele “thobe”, maar wat wij “gewone kleding” noemen en Ed’s kort gesneden ”jaren-70-voetbalbroek”, krijgt niet de goedkeuring, maar zoals altijd is hij de onschuld zelve; gooit zijn Engelse charmes in de strijd en komt er zelfs in deze omstandigheden weer mee weg.
Na 1,5 uur arriveren we op “Farasan” dat op het eerste gezicht wat lijkt op de plaatjes van de “Falkland-eilanden”. Een beetje desolaat; weinig bebouwing; weinig verkeer; goede wegen; lekker warm; natuurlijk vochtig; toch woestijnachtig en nauwelijks begroeiing. Veel tijd om rond te kijken is er niet, want de reis gaat meteen naar het haventje van waaruit we naar het eiland “Salubah” varen. Het duurt echter ruim een uur voordat we vertrekken, want de papieren zijn niet helemaal in orde en ook op dit afgelegen plekje is er een strenge controle, kennelijk met name om bootvluchtelingen vanuit Afrika af te schrikken. Bijna blijkt overigens dat het op orde brengen van de papieren geen overbodige luxe is. “What happened?”
We gaan met 4 bootjes op weg en natuurlijk willen de schippers even laten zien wat er allemaal mogelijk is. De snelheid en golfslag worden opgevoerd, spectaculair op een zee welke al enigszins onrustig is, en er wordt af en toe dwars op de golven gekoerst, waardoor de hardheid van het water goed voelbaar is. Je ziet aankomen dat het mis kan gaan en op enig moment gaat het inderdaad fout. Een beweging richting de buren wordt te laat gecorrigeerd en onze boot raakt de ander stevig in de flank; onze Japanse vriend wordt van zijn plek geslingerd en heeft geluk dat hij geen letsel oploopt. Geen man of vrouw over boord, maar het had zomaar gekund. Even is er wat paniek omdat er water in de boot staat. Een lek? Gelukkig niet; de reis wordt voortgezet, maar het vertrouwen van de passagiers in de kapitein is tot een minimum gedaald en daar krijgen we nog last van.
Na ongeveer een uur landen we, vanuit een azuur blauwe zee, op het prachtige witte strand van “Salubah”; een onbewoond bounty eiland waar Robinson Crusoë geleefd zou kunnen hebben. Snel wordt duidelijk dat het ontbreken van toeristen ook z’n voordelen heeft. De natuur is ongerept; alleen het gekrijs van de vogels; het ruisen van de wind en de golfslag zijn hoorbaar; verder zien en horen we de hele dag geen auto; geen vracht-; speed- of zeilboot; geen vliegtuig. We zijn alleen met de stilte!
Na de gezamenlijke lunch wordt er 200 meter verder een aparte tent voor de Saudische dames opgezet. Sommigen maken van de gelegenheid gebruik om de zee in te gaan; een aantal blijft zelfs op het eiland overnachten en een dame gaat met ons mee vissen op zee. Worden hier grenzen verlegd?
Niet dat ik zo’n visser ben; integendeel; ik heb nog nooit iets gevangen en ook deze middag lukt dat niet; maar het heldere zeewater; de ruige kust; de koele zeewind; het primitieve vismateriaal in de vorm van een kurk met een vislijn; geven het gevoel één te zijn met de natuur en doen je onthaasten. De Japanse; Engelse en Saudische dame vangen in ijltempo een grote hoeveelheid vis; de 4 heren helemaal niets. Hoe kan dat; slecht materiaal? Te goedkoop excuus. Gelukkig doen de professionele vissers hun werk, zodat de vangst voldoende is om de alle reizigers te trakteren.
Zoals gezegd, ik ben geen visser en dommel op enig moment wat weg; plotseling schrik ik echter wakker, als er iets tegen mijn scheenbeen komt. Zonder enige inspanning toch nog iets gevangen omdat er een vis is ingevlogen! Er melden zich nog veel meer vliegende vissen, evenals enkele dolfijnen (daar zijn ze weer), maar ook deze keer geen grote sprongen; zelfs kleiner dan die van de vissen.
De vangst is aanzienlijk en het is een vreemde gewaarwording om van zo nabij mee te maken dat er slechts een kort tijdsbestek is tussen, vrij rondzwemmen; worden gevangen; gebakken en verorberd. Nadat het hele gezelschap zich tegoed heeft gedaan aan de visjes, keren we terug naar de bewoonde wereld. De tocht is, naar men zegt, slechts vijf kilometer; maar het is inmiddels aardedonker en de lichtjes in de verte lijken maar niet dichterbij te komen. Plotseling begint de motor te pruttelen. Zeker na het incident van vanochtend is het vertrouwen niet bijster en we kijken elkaar vragend aan. Dobberend de nacht doorbrengen op het water? Het zal toch niet of is dit een andere manier om iemand uit de comfortzone te halen? De schipper rommelt wat met de motor en er is een zucht van verlichting als deze weer normaal z’n toeren maakt. Na ruim drie kwartier zetten we voet aan wal; wordt er diep door geademd en doe ik toch maar mee aan de “tip”; misschien vanwege de opluchting.
Deze keer hebben we een prima hotel met een uitstekende slaapgelegenheid; kort voor ik inslaap voel ik het bootje nog wiebelen, maar de nachtmerrie blijft uit en tot een droom komt het ook niet. Volgende week het vervolg met “wakker worden”
Feitjes-van-de-week
• De gasten deze week waren Miranda Aleman; Peter Groefsema en Peter Hendrikx die Riyadh bezochten vanwege een workshop over carrièrelijnen in Manufacturing. Collega’s hartelijk dank voor jullie bezoek en gezelschap.
• Ook Steven de Boer hartelijk dank voor je bezoek; hopelijk krijgen we de volgende keer ietsje meer tijd voor de koffie.
• Het weer: Temperatuur zakt overdag naar 30 graden en ’s avonds 20. Voor het eerst in ruim zes maanden valt er afgelopen woensdag weer een mals buitje. Heerlijk!
-
16 November 2013 - 18:15
Wilma:
Hoi Sjraar,
Je nadert de 13.000 hits!!! En terecht want je verhalen zijn interessant en onderhoudend. Het was leuk om even bij te kletsen vorige week ook al was het grotendeels werkgerelateerd :-) .
Groet Wilma -
16 November 2013 - 20:19
Ger Heuts:
Hoi Sjraar ik lees met veel plezier je kolom. Het gaat je goed zo te lezen. Met mij gaat het prima, ben veel aan het fietsen . Ik blijft je volgen.
Met groeten,
Ger Heuts -
17 November 2013 - 14:27
Jacqueline:
Hoi Sjraar,
wauw ademloos zitten lezen. Als er een versie komt van Robinson met niet-bekende Nederlanders een optie voor je om mee te doen? Ziet er wel heel spectaculair uit op de foto's. Wat jij allemaal meemaakt, geweldig! We zijn vorige week voor het eerst weer naar de Karkol geweest, als ik eerlijk ben was het toch anders. Op de eerste plaats kregen we de mensen niet van "onze" stamtisch weggestuurd, en jij was er niet bij. Misschien een optie om te laten weten wanneer je naar Nederland komt en daar eens een borrel op af te stemmen. Maar dan moet je natuurlijk lang genoeg hier zijn, we moeten ook aan je thuisfront denken.
Ben benieuwd naar volgende week "wakker worden"'.
Heel veel groetjes,
Maurice&Jacqueline
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley